Beschrijving
De geestelijke gezondheidszorg heeft zich weinig bekommerd om de invloed van structuren en organisaties op het individu, laat staan die op het individu in de defensieorganisatie. Daarom heeft het KSGV in 1984 een studiebijeenkomst over dit onderwerp belegd. Deze publicatie is de neerslag van de aldaar gehouden lezingen en discussies.
Dr. A. Bekke, hoogleraar in de politicologie, in het bijzonder bestuurskunde, onderzoekt of de Nederlandse krijgsmacht een totale institutie genoemd kan worden.
De psycholoog dr. B. Buiten, directeur-generaal personeel van het Ministerie van Defensie, behandelt de geschiedenis van de geestelijke verzorging in de krijgsmacht en schetst vervolgens de hedendaagse Nederlandse militair. Bovendien geeft hij een visie vanuit de defensieorganisatie op zowel de noodzaak als de taak van de geestelijke verzorger in de krijgsmacht.
Hetzelfde doet drs. H. Brautigam, maar nu vanuit het standpunt van de geestelijk verzorger. Brautigam baseert zich op zijn ervaringen als geestelijk verzorger in de krijgsmacht, en stelt dat mensen aldaar geïnstrumentaliseerd dreigen te worden.
Inhoud
Blz. 7-9 W.J. Berger | Voorwoord.
Blz. 10-33 A. Bekke | Het leger als ’totale institutie’. Over maatschappelijke grenzen van de legerorganisatie.
Blz. 34-59 B. Buiten (met medewerking van K. van Bruinisse) | De noodzaak van geestelijke verzorging. Een visie vanuit de Defensie-organisatie.
Blz. 60-90 H. Brautigam | Jan Soldaat: opgeleid of omgeleid? De geestelijke verzorging en het conditioneringsproces in de krijgsmacht.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.